Liefde en genegenheid, een kerstverhaal van 14 december 2017.
Pieoeeeiii. Wat kun je soms mooie dingen beleven.
Vanmiddag in de trein heb ik een bevestiging gekregen. De bevestiging dat in de jeugd die nu opgroeit, zoveel moois zich aan het ontwikkelen is. Natuurlijk bestaat er een klein deel die anders is en soms herrie schopt. Waar ik vanmiddag naar heb mogen luisteren is een ‘kerstverhaal’ op zich.
In aanloop naar een coachgesprek in Nijmegen zat ik in een treincoupé toen in Arnhem een tweetal jonge vrouwen van ongeveer 22 jaar zich aan de andere kant van het gangpad nestelden. Tegenover elkaar, een onderlinge band uitstralend en wat bleek, niet om een gesprek verlegen. De één met haar gezicht naar mij gekeerd, begon het gesprek over de vader van de andere jonge vrouw. Het bleek dat deze laatste, iemand van Aziatisch afkomst, adoptieouders had, waarvan de man, haar vader, ernstig ziek was. Hij lag te wachten op een ‘dubbele-long-transplantatie’. Een operatie die, bleek uit het verhaal, niet zonder risico was. Maar… kans bood op een ‘beter en langer leven’.
Het gesprek ontwikkelde zich in een vraag-kant en een antwoord-kant. En met name de eerste getuigde van een grote interesse, een wijze manier van vragen stellen tentoonspreidend. En voornamelijk, zonder oordeel, de doorvraag en de daarop-doorvraag voorlegde. Vragen als : “Ben je je bewust dat je vader de kans heeft dit niet te overleven?”. “Hoe ben je gisteravond, vanmorgen, bij hem weggegaan”? Nu je zo bent weggegaan, en je ziet hem mogelijk niet meer levend, hoe denk je dan aan hem terug”? Heb je wel eens aangegeven dat je van hem houdt”? Waarom zeg je dat wel bij je vriend en niet bij hem?” Hoe is dat voor jou, zo’n operatie met een kans op wel of niet meer zien?” Hoe snel kun je bij hem zijn als hij wordt geopereerd”? “Hoe is je moeder onder dit alles, en jij dan?”
Het gesprek ging verder en kreeg een mooie, verdiepende laag waarin de antwoorder zich helemaal vertrouwd voelde en zonder enige terughoudendheid inging op de gestelde vragen. Op een toon, die niet alleen mij, doch ook andere medepassagiers, in de gelegenheid stelde in het verhaal mee te gaan.
Het vervolg ging daarna over de kwestie ’wat is houden van’ en het uitspreken van die woorden. De antwoord-kant gaf ruiterlijk toe dat niet of nooit eigenlijk naar haar adoptief vader uit te spreken. Wel naar haar relatie. Een gegeven voor mij om te constateren dat zij er wel toe in staat was. De vrager beantwoordde dat zij dat aan haar vader wel zei, niet vaak, maar wel af en toe uitsprak dat hij voorzichtig moest zijn op de weg. Dat was ook een vorm van houden van, gaf zij toe. Mooie voorbeelden over het verschil tussen genegenheid en liefde, houden van in twee verschillende vormen met als onderscheid de diepgang.
In mijn gedachten maakte ik een diepe buiging voor beide jongedames en hoopte dat de patiënt in kwestie in deze warmte voort mocht leven. Om van die mooie energie getuige te mogen zijn en dat een tijdje te kunnen voortzetten. En mocht dat niet zo zijn, hij zich bewust is van de liefde en genegenheid die hij middels dit gesprek over zich heen heeft gekregen. Hulde voor onze jeugd als deze.