Observatie maakt ons bewust van de mentale stroom. We horen, voelen, zien, ruiken en nog veel
meer uit onze directe omgeving.
Dit allemaal reflecteert in onze hersenen, die er opgeslagen beelden van maken. Soms ook verbinden we aan die beleving één of meerdere emoties. Een wonderlijk samenspel waarbij het moeilijk is
objectief te blijven.
Afgelopen week reed ik met de trein van Utrecht naar Houten. Een rit van 9 minuten en ik nam alle tijd voor het om mij heen kijken naar andere
passagiers. Naast me stond een tweetal. Zij wisselden allemaal wetenswaardigheden over de lesstof met elkaar uit. Boeiend om het aan te horen, het ging over fotografie. Elk van hen, een jongen en
een meisje, bespraken de eigen aanpak in hun studie. Daarnaast wisselden ze gegevens uit van personen uit hun netwerk, waarvan zij vonden dat die de ander zou kunnen helpen met de uit te voeren
opdrachten.
Als toeschouwer van dit schouwspel nam ik ze op. Van hoofd naar voeten en terug. Op de retourtocht prikkelde een beeld mijn hersenen. Zag ik
het nou goed? Jawel, het meisje droeg een kunst-onderbeen. Boven haar schoen was het kunstmatige enkelgewricht duidelijk zichtbaar. Er rijzen dan
meerdere vragen tegelijkertijd op. Oorzaak? Gevolg? Beleving? Emoties als: ‘wat erg, zo jong en dan al met zoiets leren leven.'
Terug bij haar gezicht trof mij in het bijzonder de uitstraling daarvan. Vergelijkbaar met begrippen als sereniteit, berustend,
geluksbeleving, vertrouwen en ook zelfbewust. Of je zoiets überhaupt kunt waarnemen en het niet een gevolg is van subjectieve, persoonlijke elementen aan mijn kant. Ik kreeg het gevoel dat ik een
gezicht van Boeddha aanschouwde, of dat van Jeanne d’Arc.
Het voelde als een plotseling geluk, besloten in deze ‘ontmoeting’ zonder ook maar één woord met elkaar te hebben gewisseld.Ik had voor even het gevoel dat ik met haar gezicht, haar glimlach,
haar zijn, mocht meereizen. Een gezicht dat wist wat lijden was, wat aanpassen van levensverwachtingen inhield. Ogen gericht op het nu. Een glimlach
waaruit vertrouwen sprak, uitstraalde naar dat wat komt. Zij hield haar karma in haar handen als positief middel naar het volgende moment. Welke dat ook zou zijn.
Dankbaar voor deze beelden, indrukken en beleving stapte ik in Houten uit. Het stel reisde verder, in goed gezelschap van elkaar. De volgende woorden/zinnen kwamen bij mij binnen: “Jaag niet
achter het verleden aan. Verlang niet naar de toekomst. Het verleden is niet meer. De toekomst is nog niet begonnen. Het NU ligt aan je voeten, in welke vorm dan ook."
Deze blog is als lezerscolumn op 26 november j.l. geplaatst in het dagblad Metro