Ik, loopbaanvinder. Jij? Jij bent.
Zo ben je in het voorjaar een boomblad. Vervolgens zit je, haastig geplukt, geritst als het ware, in een plastic zak voor een examenopdracht. Word je achter folie geplakt met verklarende tekst rondom.
Mijn zelfkennis is in de startfase, ook wat doelen zijn. Iedereen beweegt of staat stil. Bewegen om niet op te vallen tussen leeftijd- of soortgenoten. Ik sta stil voor reflectie. Contact maken met de diepere betekenis, een net ontdekt woord. Mijn jonge leven bruist in mijn lijf en ik geef uiting aan die energie. Dansen, feesten, het doet pijn. Groeipijn. Haast is er, ik wil geen feest missen. School voelt als sluitstuk.
Mijn weten zegt dat het nu begint. Ik ervaar, net als het geplukte blad, het achter plastic zitten. Wat maakt dat ik niet kan ademen, zelfs bijna stik. En als ik wil bewegen, ontbreekt het lef. Meningen, blikken, zelfs woorden, waardoor ik me afvraag: “waar pas ik?”. Toch, door onder te gaan in liefdesverdriet, muziek, teksten en lieve woorden weet ik het NU te ontdekken. Het meditatieve voelen ontbreekt. Nog. Toch ben ik.
In de herfstzon, aan de Lünenburger Heide, ben je in mijn blikveld. Jullie zijn met velen. Allemaal verschillende kleuren en schakeringen, van rood naar geel en bruin.
Adembenemend mooi, zoveel kwaliteiten in een beeld.
Met mijn auto rijd ik door de weidsheid. Ik neem alles waar. Vogels, verkeer, mensen die elkaar tegenkomen. Afgesloten met hun blik, in auto en ogen. En ik, nieuwsgierig naar alles en met meer gevoel en emotie naar de omgeving. Het is de verandering die plaatsvindt, in mij, om mij. Ik verlaat het pad van voortdurend invullen van andermans wensen. Ik maak me los en houd de auto op de weg. Ga voor de vele schakeringen van kwaliteiten, alle verschillende kleuren die in mij en elders zijn. Kleuren die nauwelijks het daglicht hebben mogen, kunnen zien. Het sturen voelt beter, het lijkt vertrouwd, bijna een soort automatische piloot. Op mijn gevoel ga ik verder en durf te vertrouwen op wat ik weet, al jaren. Door deze nieuwe openheid raak ik met meer gemak in contact met anderen, weet mijn weten te doseren en te doceren. Samen maken wij we nieuwe wegen, nieuwe kleuren. Waarbij ‘alles’ en ‘grenzeloos’ toverwoorden zijn. Ik ben.
Ik neem je in mijn hand. Een druivenblad, in leven verbonden aan de rank. Even levend contact om je te aanschouwen, te bewonderen. Je bent stevig nog, koud van de vorst. Ik laat je, voor de overgave aan het vervolg van jouw reis.
De Domtoren slaat, de klank van haar metaal brengt mij in vervoering, ik volg de nagalm. Mijn praktijkgesprekken, de verbinding met cliënten en het samen vinden van mogelijke antwoorden brengen compassie. Kennis en vaardigheden vermengen zich in elk gesprek tot voeding, bouwstenen.
Geluk is het moment, het gevoel, de betekenis te hebben aangeraakt. Het ontvouwen van het blad, het vinden van de kleuren, ieders eigen, is elke keer een proces van verwondering. Wij zijn.